Powered By Blogger

dinsdag 20 april 2021

2.309 Zwanen

 Het paar dorpszwanen heeft dit jaar meer mijn aandacht dan eerdere jaren. Tijdens mijn ommetjes rond het dorp en wandelingetjes  erbuiten kwam ik ze vaker tegen dan voor de coronatijd. 








Wij respecteren elkaar. Vaak hum ik een mélodietje en beiden kwispelen dan vergenoegd zonder de vleugels op te zetten. Al vind ik zwanen die hun vleugels hooghouden nog zo prachtig, dan toch is het een teken van: pas op, niet in mijn territorium komen. Een klap met een zwanenvleugel wil je niet hebben. Een keer lichte tik -per abuis- tegen een hand gehad. Autsch , dat was  een krachtige mep.


Tegenwoordig praat ik steeds meer met ze en ze herkennen het geluid van mijn rollator en ... ze reageren op de namen die ik ze gaf. Dát is zooooo leuk.


De verrekijker van mijn vader doet goede dienst wanneer ik de omgeving afspeur en diens preciezerigheid ook, want de sloten rond het dorp heb ik zorgvuldig in kaart gebracht. Hebben letters gekregen. Ook houd ik bij wanneer ik wie zie.   


Het is broedtijd. Het vrouwtje ligt nu al een week op het nest  verweg op de vaste plek aan de rand van akkers zonder meer van plaats te ruilen met het mannetje ( voorzover ik het kan observeren). Eerder lagen ze er oms de beurt op. Ik reken mij suf wanneer de eieren uit zullen komen. Dát is lastig. Slechts aan de hand van foto’s ( alleen of  nog samen ) kan ik iets uitrekenen. Maar ja, ik heb geen dagelijkse foto’s. De broedtijd is ongeveer 35-36 dagen. Het begint op te schieten. 


Het mannetje komt sinds twee weken op een nieuwe manier naar mij toe. Zwemmend of... vliegend. Dat aan komen vliegen vanuit verweg uit een van de sloten vind ik zo iets bijzonders. 




Daar sta ik dan, dan weer hier

Dan weer daar

Met de verrekijker tuur ik

Heel in de verte iets wits. 

Is dat?  ... even bij de naam roepen

De eerste keer vond ik het overweldigend

Een geschenk.

Woppaaa accelereren over het water, 

dan over het water lopend, licht opstijgend om dan te landen met veel gespetter en gekwispel. 


De laatste keer stond ik  stilletjes te staan zonder roepen.

Tuurde... ja een witte stip wel heel ver weg in het water. 

Spetter, de spetter de spetter

Die keer, vloog hij een poos. 

Dichterbij kwam het geluid,

het zoemende geluid dat zo karakteristiek is voor de vleugels van vliegende zwanen.

Ontroerend mooi. Majestueus. Zoef, zoef, zoeeefff.

Oh oh oh, het ging wel erg snel. Recht op mij af.

“In het water landen”riep ik nog en met ongelooflijk veel gespetter landde mijn zwaanvriend aan het eind van de sloot bijna tegen de kant waar ik stond, om dan vol gratie de vleugels op te vouwen en sierlijk naar mij toe te zwemmen, al kwispelend. Een enkele keer heb ik wat eetbaars bij mij. Soms ook niet.

Het komt voor dat hij meedobbert in het water terwijl ik aan wal verder loop.


Wat ben ik benieuwd hoe het dit jaar zal zijn als de eieren uitgebroed zijn en de hele familie Zwaan in de sloten ronddeint. Oppassen maar, want eerdere jaren was het mannetje heel defensief naar zijn vrouwtje en jonkies toe.  Dat zijn alle mannetjes zwanen. Toch ben ik benieuwd of het hele gezin dan naar mij toekomt als ik daar sta te neuriën of ze bij de naam roep. De kleintjes ook een naam geven?


Zwemt een zwaan? Hm, ik vind van niet. Het is een drijven. Een deinen. Een varen. Een dobberen zonder haast.


 Een Video in mijn Blog zetten lukt mij nog niet. Wel  foto’s. Echter, dat beide in het verleden boven mij vlogen en dan vlak bij landen om dan naar mij toe te dobberen dat heb ik nog niet op de kiek. Trouwens, het vrouwtje ligt te broeden. Later zullen  ze met hun gezinnetje door alle sloten dobberen op zoek naar voedsel. 



















 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten