Overprikkeld door de veelheid in de wereld, overprikkeld door haar meeleven en wederom ( andere zaken gaan door) haar eigen wát als gedenk en geregel, bol van de stress,
vraagt ze aan zichzelf
wat heb je nu nodig?
Wandelen?
Nee, mij éven terugtrekken.
Gedachten verzetten, resetten.
Ze schenkt een glas thee in,
neemt de Libelle onder haar arm
haar buurvrouw schoof het net door de opening
van de schutting. Dank je wel.
Ze loopt naar buiten.
14 stappen door haar tuin, haar paradijselijke plek
dan naar links.
Drie stappen en dan op de pas een draai,
zich vasthoudend aan de vlier
dan aan de laurier
om zich uiterst voorzichtig- er is niet veel ruimte-
op één van de twee verweerde stoeltjes te laten zakken.
Ze stoot tegen van alles en daardoor raakt ze
de oude houten windgong, die haar een paar tellen begroet
met een
rustgevende warme klank
Even hier zijn, in haar groene grot
omgeven door klimop, vlier, de blauwe lucht en de laurier.
De laurier is doorgegroeid achter haar,
ze leunt er met haar hoofd tegenaan. Rust wordt na een poos
meester van haar. Verwondering over al wat groeit en bloeit.
Ze ademt, ze kijkt uit over een deel van haar tuintje.
Ze drinkt thee en ontspant.
Ze komt Hier en Nu weer thuis bij zichzelf.
Verwondering over ál wat groeit en bloeit.
Dan bladert ze en leest ze de Libelle,
gewoon bijzonder
gezellig. Simpel.
Bijzonder!
De stress ebt langzaam weg,
dag ‘regelgedoe’ waar ze stress door kreeg.
Toekomst gedoe over als dit of als dat?? Wat als? Wat dan?
Dát op papier krijgen en dan een handtekening zetten?
Ze laat het voorlopig rusten.
In de fluistering van de wind herkent ze
de woorden van een overleden oom
” tob niet het loopt toch altijd ander”.
De planten schenken zuurstof
en laden haar op
Dank je wel, groene grot.
Dank je wel, kleine oase van rust om mij en nu in mij.
Poezebeest komt met een knor begroet geluidje langs,
markeert haar territorium aan de stam van de kleine vlier.
Alles moet klein gehouden worden in haar tuin,
in gedachten stelt ze zich voor hoe de groene grot
zou zijn als alles vrij mocht groeien.
Ooit had ze een klein ‘dakje’ van klimop.
Hier en nu is het zoals het is.
Ze is dankbaar dat ze zichzelf tot rust kan laten brengen.
Tob niet, het loopt toch altijd anders.
Ze denkt aan dappere mensen, overstromingen, vernielingen, oorlogen, water wat altijd van boven naar beneden stroomt, bosbranden in den verre en zoveel meer. Ze denkt aan de dappere omgekomen journalist, Peter. R.deVries, aan zijn familie, aan dappere journalisten, aan de dappere omgekomen agent Arno, aan dappere agenten. Aan een indrukwekkende erehaag. Dappere hulpverleners. Ze denkt aan alle hulpverleners. 🙏🕯💕haar hart gaat uit naar mensen die iets is overkomen en familieleden van mensen die iets zijn overkomen. Haar hart gaat uit naar haar eigen familieleden. Op afstand, toch altijd dichtbij. Verbondenheid is.
Nu, even niets, het mag. Diep ademen, dooorademen.
Gedachten verzetten, resetten. Verstillen. Compassie hebben,
ook met jezelf.
Stille plek in de tuin en stille plek in jezelf
Dankbaar zijn dat het kan.
Opladen is een must.