Powered By Blogger

zondag 10 maart 2024

17.2024 Dag Henny

 Het voelt onwennig en ook wel naar dat  ik  geen fysiek afscheid van je heb kunnen nemen. Geen condoleancebezoek. Niets …behalve de heengaan kaart waarop je zo mooi  omschreven  staat. Er is al uitgeleide gedaan in besloten kring. 

Sinds de Corona tijd,  door mijn gezondheid en het mijn slechter ter been zijn, hadden we minder contact dan voordien. Steeds minder.

Toen ik pas in het dorp woonde zag ik je regelmatig her en der  flink doorstappend met je hondje  ook buiten het dorp. Af en toe liepen we met elkaar mee. Daarna was het da-ag en gingen we -als zelfstandige vrouwen- ieder ons weegs. Ja, we kwamen elkaar vaak tegen, jij nog tot dik in je zeventiger jaren op de fiets. Je sprong erop als een jonge meid. Levensgevaarlijk vond ik. Een créatieve geest, oude ziel en ondanks dat  lichaam brozer hield je het krachtig.


Je was een voorbeeld voor mij van hoe oud te worden.


Het moment dat we meer en nog opener naar elkaar toe werden was de dag dat je - ietwat uitgeblust-voorbij mijn voortuintje liep. Ik zat in het zonnetje. Je voelde verdrietig aan. “Gaat het wel met u?” (destijds zeiden we nog u tegen elkaar.) Je stond stil en we keken achter elkaars ogen. “Weet u het niet?” 


Je  kwam naast mij zitten en vertelde dat één van je kinderen zich van het leven had genomen. Je sprak je immense smart en onmacht eruit. Ik deelde over mijn moeders verdriet omdat mijn broer zich eveneens van het leven had benomen. Lang geleden. Het went nooit, hoewel het verwerkingsproces voor mij  milder werd. Op deze manier je broer verliezen is afschuwelijk. Echter, een kind lijkt mij nog meer niet te behappen. Je zat er doorheen die dag en ik luisterde en luisterde. De band werd versterkt.  We zagen elkaar vaker, wandelden samen. Stil of pratend. Nooit prietpraat. Wel humor.  Af en toe sprak je over de situatie rondom je omgekomen kind. Er was het stille weten van onze smart. Doch er was ook onze passie voor de Natuur die we deelden. 


Meeleven met mens, dier en plant . Fijn, dat dit ook op de kaart vermeldt staat Oh oh , ik herinner mij nog hoe je lekkers bracht naar mannen van de gemeente, terwijl ze druk bezig waren met snoeien of kappen. Samen probeerden wij de mannen te overtuigen dat de bloempjes daar en daar en daar haar eigen schoonheid hadden. Ze leven. Laat ze staan. En …wat men onkruid noemt, sterke planten zijn, vaak ook kruidjes waarvan jij in WO2 at. 

We hebben geprobeerd bomen van de kap te redden. Dat lukte meestal niet. Bomen, ze zijn onze in leven houders. Bomen leven soms eeuwen, wíj kunnen slechts drie minuten zonder de zuurstof van bomen. Ze geven ons koelte, rust, schaduw, zijn woonplekken van vogels, insecten en andere  dieren. 


Gemeentewerkers kregen opdrachten. Moesten het uitvoeren. Gingen door met levende wezentjes van het leven te beroven door ze met een vuurbrander weg te schroeien. Afschuwelijk. Mieren van hun woonplek te verjagen. Er was niet tegen op te boksen. Werden er te naar door. Doch redden wat we konden redden.


Jij had en hebt een prachtige tuin, alles mocht er groeien en bloeien. Wat een heerlijkheid was het om op warme zomerse dagen middags thee bij je te  mogen komen drinken. Thee, met op vrijdag eigengemaakt appelgebak. Het was zóoo gezellig. Vogels die dichtbij kwamen, bijen, vlinders en zoveel leven. Je hondje. Altijd had je iets te vertellen  over een boek dat je aan het lezen was of je las een gedicht voor. Ondertussen waaide de wind, soms een bries, fluisterend bewogen blaadjes aan de takken van bomen. Dan was het opeens: ik ga nu koken want andere zoon komt zo thuis. 


Winters binnen thee, aan de tafel vlak voor het raam. De sfeer en de geur in je huis was vergelijkbaar met hoe het bij mijn oudtante Adel was in de jaren ‘50. De keuken straalde nog ouderwetserige thuisheid uit. De woonkamer. Je verzamelde veel. Nu zou het de hazenbeeldjes en schapentijd zijn geweest.


Ah, je kwam ook bij mij en bij mijn poezebeest. Dan belde je de dag van te voren aan om te melden: “morgen kom ik bij je op de koffie. Nee niet nu, morgen!” dan stapte je weer weg. Ik zag het als een fysiek sms’je. 


In de Corona tijd en daarna ging ik nog wel bij je langs, dan kwam je in de deuropening staan of  zitten. We praten wat, we deelden wat en gingen minder hevig in op wat er met de Natuur gebeurde. Ja, ook jij  ging aan de rollator. De fiets werd te link. We liepen in ieder geval nog, vaak meer dan mensen die zich merendeels in een auto verplaatsten.


Weet je nog, Hen? Hoe ik in de Corona tijd aan de deur kwam en jij en ik -als buitenmensen hadden wij zo frisse lucht en bewegen nodig.-Aaah🤗 en die middag dat we naar buiten gingen,  jij met wat lekkers, ik met een thermoskan thee met twee bekers en daar  gingen we die éne keer  stiekem naar buiten. 

Niet ver. Ergens vlakbij een oud muurtje, kijkend op bomen- braaf 1,5 meter van elkaar af- ieder zittend op onze rollator. Toet in de zon, dronken we thee, aten we een koekje en babbelden over ons “spijbelgevoel.” Giebelend en giechelend als twee bakvissen. 


Toen mijn lopen nog te doen was ging ik bij je langs, belde aan.  Soms zag ik je door het raam op je stoel achter de tafel zitten lezen. Je hoorde de bel niet en het getik tegen het raam niet. Dan schreef ik een briefje, deed het door de brievenbus en liep weer naar huis. Mijn mobiliteit is minder geworden, waardoor wij elkaar minder en minder  zagen. Toch was en bleef de verbondenheid. Je bent een voorbeeld voor mij, Hen.


Doordat je uitvaart stilletjes in besloten kring is geweest, er geen condoleancebezoek was en ik geen fysiek afscheid van je heb kunnen nemen, is het wél alsof je er nog bent. 


Onbewust van het feit dat je er fysiek niet meer was gaf je mij die dag  een teken want ik herinner mij dat ik op de dag van je over-lijden een potje met zaadjes uit je tuin oppakte in mijn schuur. Ja de teunisbloem bloeide in ieder geval al weer afgelopen zomer, ook in mijn tuin. De  zaadjes - een verrassing- zal ik binnenkort op de dag dat je 95 jaar zou zijn geworden uitzaaien. 


Mijn tuin is net als de jouwe een paradijselijk plekje. Veel mag vrij en blij groeien en bloeien. Maar niet te vrij. Deels in toom gehouden, anders vinden mijn buren het niet fijn. Toch zijn mijn tuin en ik dankbaar.


Het is en voelt nu wel zo alsof je er wel nog bent. Deels leef je ook in mijn tuin voort.


🙏🕯💞


Ik heb een  afscheid/ verbondenheids wandeling gemaakt. Gelopen daar waar ik van mijn naar jouw huis voor het laats met je meeliep. De kaart die ik voor je familie en voor jou heb geschreven in mijn handen beschenen door de zon. Geen bloemen, niets anders mee behalve de herinneringen die we deelden en  mijn dankbaarheid dat ik je hebt mogen leren kennen en van je leerde. 


Geen bloemen, echter je tuin staat vol. Zo mooi de foto op je heengaankaart.

Heb de tijd voor die wandeling genomen. Mijn ene been  deed steeds meer zeer doch ik vroeg met mijn hart 💖 of het aub mee wou doen en dat deed het. @ dankbaar. 


Voor je  huis, waar niemand was, een poos stilgestaan/ gezeten en  afscheid  genomen. Van jou, je gezellige huiske en je heerlijke tuin. Afscheid van de bijzondere tijden samen. Altijd elkaar vrijlatend.


Kijkend naar binnen. Je stoel stond nog- beetje weggeschoven alsof je er zo op zou gaan zitten-  bij de eettafel in de zon bij het raam met uitzicht op de tuin. 


In gedachten zat en zit ik nu even in je tuin en ja, ik besef nu pas dat je écht overleden bent. Je hebt, de geest gegeven, je fysieke vorm afgedaan en bent verder gegaan.


Kaart voor de familie  in je brievenbus bus gedaan.

Toen moeizaam doch met dankbaar hart naar huis gelopen  de herinneringen die we deelden meenemend💖. Ik mis je.


Dank je, Henny, dat ik je heb mogen leren kennen. 

Dank je, Henny, voor de fijne uren samen.


🕊Goede Reis in Vrede, Licht en Liefde 🙏🕯🤗🥰🌳💖🍀🌷🌸🌼🌺🐬🐕‍🦺






Geen opmerkingen:

Een reactie posten