Dankbaar ben ik voor het drinkwater. Zoet water om te drinken. Dankbaar ook voor sloot en greppel regenwater waarmee boeren de akkers mee besproeien om voedsel voor ons te verbouwen. Echter zij mochten het niet meer. Ten tijde van de afgelopen(?) Droogte (zou het voorbij zijn? ) had het nathouden van onze dijken- in ons ‘waterrijke’ landje met grandioos watertekort- voorrang. Schippers hadden het ook zwaar. Wachten in sluizen.
De dieren die onbeschut stonden. Ze moesten het doen met teilen en emmers water in hun schaduwloze dorre weiden met scheuren in de grond.