Powered By Blogger

zondag 2 juni 2019

2.144 Thuis

Kalmerend spreekt zij zichzelf  toe. ‘Rustig rustig rustig, vanwaar die onrust terwijl er net een zo weldadige rust in ons was?’ 
Dan pakt ze de fiets en fietst en fietst en fietst de Natuur in. Ze staat stil bij koeien, paarden, schapen, ganzen, zwanen, allen met hun kleintjes. Moeders met hun kleintjes.  Ze kijkt, luistert en merkt op. Het leven is zoals het is. Rust wordt weer meester van haar. Ze ademt. Ze leeft. Ze is dankbaar. Ze beweegt. 

Toch is er een onverwoordbare triestigheid in haar. Dan verbindt zij zich weer met al wat is, voelt zich weer een deel van het geheel en weet dat ze niet de enige is die zich existentieel eenzaam voelt. Ze stapt af en drinkt met haar ogen de natuur in. Dan, oh wonder, landt er een vogeltje op het stuur van haar fiets. bovenop de bel. Het heeft vele tinten bruin. Het is heel 
tenger en heeft een ietwat lang snaveltje. Een vinkje? Ze is niet goed in namen van vogels en planten onthouden. De vrouw stond al roerloos, nu nog meer. Ze durft bijna niet te ademhalen. Ze is zich er  bewust van dat ze dezelfde hartenklop delen. Eh, lack ech groet ze in stilte. zachtjes begint ze te neuriën. De vogel maakt een geluid en stijgt op. De vrouw  loopt met de fiets aan de hand verder over de mensenloze bomenrijke dijk. ‘ Ha die bomen’ zingt ze en stuurt ondertussen een warme groet naar haar kinderen.
Thuisgekomen gaan net in de woningen naast haar de rolluiken naar beneden. Het geeft haar een kwetsbaar gevoel. Het is niet anders. Dan, de dankbaarheid. Haar tuin verwelkomt
 haar als een verlengde van de natuur. Ze is thuis. Thuis bij zichzelf.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten