Powered By Blogger

vrijdag 8 maart 2019

2.101 Internationale Vrouwendag - over een huissleutel

Ze had een mooi schrijfsel voor vrouwendag klaarstaan, het ging onder andere over vertrouwen. Dát stuk is nu achterhaald, ze kan het niet meer plaatsen omdat het volgende gebeurde; de traprenoveerder- die ze heeft ingehuurd- zou de volgende dag terugkomen. Ochtends al. Echter, dan is ze de deur uit naar een workshop  glasschilderen. Dit spreekt ze uit. Waarop de man - die ze éen dag kent- zegt: geef mij je sleutel maar, dan kun jij fijn naar die workshop.


Ze verstijft. Heus, de man is een vriendelijke, aardige man die zijn werk heel goed doet. Zucht. Zijn ogen zijn oké. En achter zijn ogen ziet zij eveneens vriendelijkheid. Het is een
kwestie van vertrouwen. Over het algemeen kiest ze voor vertrouwen en deze man loopt toch al door haar huis. Maar haar sleutel?
Hij voegt er aan toe: iedereen doet het en gaat
hun gang terwijl ik klus. In haar welt een lichte paniek vol kwetsbaarheid op. Ze voelt zich opeens gepusht. Ze geeft aan dat het niet persoonlijk is, maar dat ze haar sleutel liever niet afgeeft. De man zegt: ja, als het niet goed voelt dan moet je het niet doen.

Stilletjes - haar respecterend- gaat hij  verder 
met werken. Hij is een goed mens, dát voelt
ze. Hij wil behulpzaam zijn en bedoelde het goed. Later gaat hij naar huis.
Tot morgen. 

Zij blijft achter en herkauwd als een koe op haar weigering. Verdorie, toen ze in de Thuiszorg werkte en late of nachtdienst had, kreeg ze regelmatig -op straat- van de vorige  dienstdoende medewerkers sleutels onder haar hoede. Huissleutels van cliënten/ patiënten die alleen thuis ziek op bed lagen, hun sleutels- dat is best heel wat- toevertrouwend aan het Zorgkantoor die deze doorgaven aan vaak voor de client onbekende verzorgenden, verpleegsters en verpleegkundigen. Je moest wel een sleutelverklaring tekenen. Personeel moest vaak wisselen van client omdat je geen hechte band mocht ontwikkelen. Vreselijk voor beide partijen om steeds een ander te hebben. 
Dan zit zíj nu moeilijk te doen over haar huissleutel? Ja, mág zij? Ja!
Ze probeert haar weigering te verantwoorden naar zichzelf toe. Ja, in de straat gebeurde er een paar jaar terug het een en ander. Gaat het daarom? Opeens heeft ze het door. Het gaat niet om de ander. Om het wel of geen vertrouwen hebben. Het gaat erom dat de ander met het idee komt: geef mij je sleutel maar. Heel goed bedoeld. Maar een sleutel is de toegang tot haar veilige haven en zij wil zelf bepalen aan wie ze een sleutel van haar huis geeft. Dát is het. Wanneer ze zelf op het idee komt: ik geef mijn sleutel aan die en die, dán is het anders. Dán is het goed. Dán heeft ze het zélf bedacht. Dán kan ze loslaten. Dán is het een intrinsieke motivatie. Ze wil en mag controle houden over wie wel of niet de sleutel heeft. Dát is haar goedrecht. Dán behoudt ze haar autonomie over háar veilige haven. Dát mag. Haar huis is haar privé. Dát mag. 
Op deze vrouwendag is ze zich intens bewust dat dit niet alleen voor haar huis geldt. Het huis waarin ze woont is een verlengstuk van zichzelf. Als vrouw had ze vaak een bezwaard gevoel wanneer ze afwees ...
Ze ziet in dat dit intriest is. Te erg. Ze is intens dankbaar dat ze in een huis woont en er de sleutel van heeft. Er zijn vrouwen die in een hutje wonen, zonder deur. Wat zijn deze meisjes en vrouwen dapper.

Ze recht haar rug. Zíj is ook dapper. Ze mag voor zichzelf opkomen. Ze hoeft zich niet te verantwoorden.
Op deze vrouwendag voelt het heel sterk en reikt het verder dan haar huissleutel: haar nee is haar nee.


Femmes door Nicole Rieu

Femme comme moi door Nicole Rieu 





Geen opmerkingen:

Een reactie posten