Powered By Blogger

donderdag 29 augustus 2019

2.166 ze loopt

Ze laat zich niet kennen. Haar gedeprimeerde stemming vervangt ze door lopen. Ze loopt en loopt. Af en toe zit ze op haar rollator. Dankbaar dat het kan. Voorlopig niet fietsen? Er zijn zo velen die het erger hebben of die niet eens een fiets of een rollator hebben en het zich niet kunnen veroorloven.


Dus ...lopen. Kom op. Nu. Ze loopt het dorp uit. Naar de dijk. Poezebeest dribbelt een poos achter haar aan, tot het punt waar het diertje niet verder mee mag. De vrouw loopt. Naar de dijk, langs de dijk en aan het eind ervan duwt ze zichzelf omhoog de lichte helling op. Bovenaan staat een man met fiets geleund tegen het wit/ rode hek aldaar. Hij kijkt over het water heen. Naar wat? Ze volgt zijn blik. Twee -van de vier- bomen aan de overkant die 
vlak bij een windturbine stonden zijn gekapt. Waarom toch? Voor
huizen, meubels of biomassa? Gelukkig staan de stronken er 
nog, zodat de vier toch met elkaar in verbinding blijven via hun 
wortelstelsel. De stammen liggen opgestapeld tegen de dijk aan.
Ze loopt verder. Halverwege het fietspad ploft ze neer op het zitje van haar duwkar. De wind speelt door haar haren. Het pad is verlaten. Op het water een enkel bootje en wat eenden. Dan 
komt er opeens als een windvlaag een groep racefietsers voorbij. 
Ze wil opzij gaan. Echter, de renners gaan opzij voor haar. Ze groeten vriendelijk. Zoeffff ...voorbij. Het pad blijft op haar na, leeg achter. 
De vrouw zit daar maar als op een bankje aan het water en wat zij nooit doet tijdens ‘wandelen’ is naar you tube op haar telefoon
gaan. Voor een keer zoekt ze iets triestigs op in plaats van iets 
vrolijks motiverends. Even later klinkt Tristesse van Chopin door 
de oortjes in haar oren. Dan komen de tranen, net als het water 

dat in éen vloeibare beweging voorbij stroomt. Ze denkt aan zo veel. Aan mensen die op de Middellandse Zee verdronken. Misschien is het wel hetzelfde water? Ze groet het water. Dan 
waait de wind haar gedachten los en ademt ze diep het nieuwe
moment in. Hier en nu. Moge het een ieder goed gaan. Eigenlijk  
denkt ze nu aan niets. Ze ademt.
Langzaam loopt ze terug. Verderop gooit een vrouw met een 
hond steeds weer een balletje in het water. Keer op keer rent de hond er onvermoeibaar achteraan, plonst het water in en zwemt naar de bal. Hapt het in de bek en hoppa weer naar de kant zwemmen. Een klein yacht vaart voorbij. Mooie golven zijn het resultaat met aan de beide oevers een wit schuimend golvend 
spoor dat zich met de boot mee verplaatst. Ook zij gaat verder.

In de verte hoort zij een ambulance. Bovenop de dijk gaat ze zitten. Achter het prikkeldraad grazen schapen. Dank voor jullie 
wol, schapen. Ze kijkt en kijkt. Dank jullie wel, ogen.

De vrouw - die van een  uitlaatdienst schijnt 
te zijn- en de kletsnatte hond komen dichterbij. We maken een praatje. De Rottweiler is een bekende ziet ze nu. Ze noemt zijn naam en vol
enthousiasme  begroet hij haar, blij heen en weer kronkelend 
zoals alleen een hond een mens dat hij kent kan begroeten. De lieverd. Dan komt de lieverd met zijn riem vast te zitten om de 
rollator. Hij hangt er zich bijna door op en zij kukelt bijna weer op de grond, terwijl de hond zich vastdraait. 

De uitlaat mevrouw lost het op en even later is de hond 
ontwikkelt en dartelt de kolos die hij is verder. De  verwikkeling lijkt hij te zijn vergeten.

De vrouw blijft nog evenop de driesprong op de dijk in de zon 
zitten. Achter haar het water, de schapen en de enkele bootjes. 
Voor haar af en toe fietsers en een enkele auto. Ze merkt veel op. Ze kijkt omhoog naar de blauwe koepel met witte en grijze 
wolken omrand met wit gouden lichtranden. Moooooi. Nooit hetzelfde. 
Dan staat zij op en verlaat haar uitkijkplaats. Ze loopt terug naar huis. Langs de dijk. Een reiger staat en loopt behoedzaam en 
statig aan de overkant van de sloot. Ze groet hem in stilte. Dan loopt ze het dorp in, de straten door naar waar haar poezenbeestje met de staart omhoog opstaat vanuit haar verstopplek. Ze begroeten elkaar. Ze zijn huisgenoten, vriendinnen.


Dit was de langste wandeling sinds haar laatste val. Morgen weer. Thuis zet ze thee.


1 opmerking:

  1. En ook nu wandelde ik met je mee.
    Even samen langs de dijk. Ik ben een bofkont, dat het lukt. Heeft vast wel te maken met jouw manier van schrijven. Hartelijk dank. Kus Bloem

    BeantwoordenVerwijderen