Powered By Blogger

zaterdag 13 oktober 2018

2.32 bijzondere ontmoetingen op en nazomerse oktoberdag

Fietsen door de polders, over dijkjes met aan weerszijden bomen, daarachter weilanden met koeien, schapen en boerderijen. Er is zoveel te zien alleen al de buitenkant van de hoeves. Stallen, knusse zitjes met uitzicht op akkers en weidegrond. Steeds weer stap ik af, scan de omgeving. Dankbaar voor mijn zicht en mijn gezichtsveld.


Dan, een pad. Links veel pony’s, rechts in een wei -omzoomd door een bos- twee paarden. De grootste - een zwarte- komt op mij af. Ik leun weer eens tegen een hek aan. Mijn voeten stevig op de grond, zacht zingend notre  vielle terre est une étoile. Paard snuffelt aan mij, gebruikt mij niet als paal door tegen mij aan te wrijven. Hij is rustig en kalm, net als ik. Wang tegen wang staan 
we een tijdlang  stil te zijn. Een vlieg bij zijn oog laat hij 
vertrouwensvol door mij weghalen. Ik voel mij vereerd. De sfeer
voelt sereen. Alles lijkt te vertragen. Het andere paard, een wit met roodbruine vlekken komt ook naderbij, grijpt met zijn mond in mijn fietsmandje naar mijn jas, maar nee... niets te eten. Ze vinden mijn net geboren melodie  rustgevend. Ook dat paard komt bij ons staan. Gedrieën beleven we vrede op aarde. 

Achter ons hoor ik geluid. Een man met een scootmobiel voert de 
pony’s in de andere wei.
Ik zeg ‘mijn’ paarden gedag en ga een paar minuten bij de pony 
mijnheer staan. ‘Dagelijks geef ik de dieren brood en ze weten 
precies wanneer ik kom.  Aan dieren heb je meer dan aan mensen, mevrouw.’ Ik geef hem een grijnsglimlach. Terwijl ik verder fiets overdenk ik zijn woorden. Het is wat je verwacht. Het is wel zo dat ik bij dieren meestal niet op mijn hoede hoef te zijn. Bij de meeste dieren dan, want ik zou niet gauw bij een roofdier 
gaan staan. Afijn, ik fiets en ik denk aan mijn communicatie tekortkomingen. 

In het dorp waar ik woon, stap ik af bij de Bakker en sla het een en ander in. Zoonlief komt en dochter zowiezo. Een softijsje met nootjes maakt mijn bestelling compleet. In de zon op een van de twee bankjes voor de winkel smul ik van het ijsje. Oktober raakt voor mij niet uitgeijst met zijn vele dagen zon. 
Een vrouw op een fiets stapt af, groet en vertelt mij over een 
concert in de kerk en dat ze blij is iets te hebben gevonden waar je wat kunt eten en drinken. Ze gaat naar binnen, maakt haar keuze en besluit vervolgens naast mij te komen zitten. Belangstellend vraagt ze of ik ook aan een lange fietstocht bezig 
ben en waar ik gefietst heb. Kort beschrijf ik de route.

Mijn fietstochtje zit er op. Ik ben thuis.Dan vertelt zij dat ze uit Rotterdam komt, haar man heeft haar ergens afgezet. De bedoeling is dat ze terugfietst, dat doet ze de de andere kant op. Dan vraagt ze mij of ik altijd in dit dorp gewoond heb. 
‘Nee.’ 
Ze vraagt ‘waar dan wel?’
In korte tijd vertel ik - voor mij ongewoon- bijna mijn hele levensverhaal aan deze mij vreemde vrouw. Ze luistert met aandacht. Af en toe een vraag. Op het moment dat ik mij bewust 
ben van wat ik aan het doen ben, vind ik het welletjes. Echter, het voelt net zo vertrouwd als daarnet bij het paard. Het laatste stukje naar huis vraag ik mij af wat het verschil is tussen aan een mij totaal onbekende vrouw -een deel van  mijn levensverhaal te vertellen en het schrijven ins blaue hinein zoals in dit Blog. 


Ik ben er nog niet uit.😁🤪

Geen opmerkingen:

Een reactie posten